Waarom worden de managers dominanter en groeit de weerstand ertegen?
Het op beheersing van het leven gerichte ego is zelfdestructief en in deze tijd bereikt de manifestatie en bijgevolg de destructiviteit ervan zijn hoogtepunt. Dat is dan ook de reden waarom managers, als zijnde de topbeheersers van het leven, dominanter worden en tegelijk de weerstand ertegen groeit. Gaat het er dan om de managers weg te krijgen of gaat het erom de beheersdrang van het ego weg te krijgen? Dat laatste natuurlijk, want managen is een functie die inherent is aan systemen die inherent zijn aan het leven. Toch vindt men dat de managers weg moeten. De oorzaak daarvan is het feit dat men niet beseft dat het ego de boosdoener is van zowel de beheersdrang van de managers als het lijden aan die beheersdrang van de mensen die door managers geleid worden. En dat men niet weet dat die weg te krijgen zijn door middel van zijnsontwikkeling. Maar de weerstand tegen managers kan dat besef en die kennis wel tot gevolg hebben. Vandaar dat dit probleem met managers kan worden beschouwd als wegbereiding van zijnsontwikkeling.